Knieklachten
Door de bouw en functie is het kniegewricht een zeer kwetsbaar gewricht. Door veel factoren kan het evenwicht tussen belasting en belastbaarheid verstoord worden. Als de belasting hoger wordt dan de belastbaarheid ontstaan er klachten. De belastbaarheid kan tijdelijk verlaagd zijn na een trauma (ongeval) zoals meniscus- en kniebandletsel. Deze waren bekend als ‘voetbalknie’ maar door het invoeren van de kijkoperatie is het goed mogelijk onderscheid te maken tussen deze twee verschillende letsels.
Meniscusletsel
Het boven- en onderbeen scharnieren in de knie op twee gewrichtsvlakken. Deze worden ieder bedekt met een halvemaanvormige structuur van vezelig kraakbeen. Deze structuren worden de binnen- en buitenmeniscus genoemd. De meniscus heeft drie functies:
- Het vergroten van de gewrichtsvlakken;
- Schokdemper;
- Het versoepelen van de rol- en glijbeweging in de knie.
Het meeste letsel aan de meniscus ontstaat als het lichaam draait en het onderbeen en de voet blijven staan. Hierdoor komt de knie in een maximale rek en komen er abnormaal grote krachten op de menisci waardoor deze kunnen scheuren. Als er een klein stukje van de meniscus los komt in de knie dan kan de knie ‘op slot’ raken door inklemming. De knie kan dan zowel actief als passief niet meer worden bewogen. Dit kan zeer pijnlijk zijn. Bij een gescheurde meniscus zijn de klachten afhankelijk van de grootte en de plaats van de scheur. Een veel voorkomende klacht is dat men het gevoel heeft door de knie te zakken.
Meestal moet er een kijkoperatie aan te pas komen om een duidelijke diagnose te kunnen stellen. Hierbij wordt bekeken of de meniscus gelijmd of gedeeltelijk verwijderd moet worden. Meniscusletsel gaat bijna altijd gepaard met bandenletsel.
Factoren die bepalend zijn voor een te hoge belasting in de knie
Als de knie beschadigd is, kan een normale belasting al pijnklachten veroorzaken. Overbelasting van een gezonde knie kan eveneens pijnklachten veroorzaken.
De volgende factoren zorgen voor een verkeerde belasting van de knie en kunnen leiden tot een versnelde slijtage van de meniscus:
- Het dragen van verkeerd schoeisel waardoor er een standsverandering komt in de voet en knie;
- Verminderde spierkracht, b.v. na een operatie of langdurige ziekte;
- Toegenomen belasting, b.v. door veel traplopen of fietsen;
- Overgewicht;
- Veranderde trainingsarbeid.
Wat kunt u doen na een trauma?
Kunt u na het trauma uw been nog helemaal strekken? Er met uw volle gewicht op staan? En kunt u dat de volgende dag ook nog? Dan valt de blessure waarschijnlijk mee. Is de pijn direct na het trauma zeer hevig en wordt de knie snel dik (binnen 20/30 min) dan is deskundige diagnose vrijwel altijd noodzakelijk. Is er op moment van blessure geen arts of fysiotherapeut aanwezig? Koel de knie dan zo snel mogelijk met ijs of koud water, gedurende ten minste 30 minuten. Gebruik bij ijs altijd een theedoek tussen huid en ijs! De knie blijft, als hij niet al te dik is, ook beter beweeglijk. Dit is belangrijk voor het herstel. Als u het been niet veel gebruikt, verslappen de spieren en met name die van het bovenbeen. Deze spieren zorgen voor stabiliteit van de knie en moeten dus sterk blijven. Train deze door zover mogelijk je knie te strekken en te buigen en regelmatig het been gestrekt te heffen van het bed. Dit mag niet te veel pijn doen. Herhaal dit een paar keer per dag.
Wat doet de fysiotherapeut?
De fysiotherapeut richt zich op de volgende punten:
- Vermindering van de pijn;
- Verminderen van de zwelling;
- Het behouden en/of verbeteren van de spierkracht;
- Het vergroten van de bewegelijkheid;
- Het verbeteren van de coördinatie.
Wat kunt u zelf doen?
Het belangrijkste is dat de balans tussen belasting en belastbaarheid weer word hersteld. Dit kan op verschillende manieren. Er wordt gekeken naar de aanleiding van het letsel. Om de klachten niet toe te laten nemen moet de belasting in ieder geval omlaag. Dus...
- Fietsen met een licht verzet, zeker niet tegen de wind in;
- Probeer uw fietszadel zo hoog mogelijk te zetten zodat de buiging van de knie beperkt blijft;
- Zo min mogelijk traplopen;
- Trainingsarbeid en sportactiviteit aanpassen;
- Ga na of uw schoenen nog goed zijn, m.n. bij het hardlopen;
- Als u lang moet zitten, probeer dan de knieën niet te veel te buigen;
- Probeer niet te lang in een houding te blijven zitten en af en toe de benen te strekken.