Hernia
Hernia Nucleus Pulposi (hernia)
De wervelkolom bestaat uit wervels en tussenwervelschijven, bijeengehouden door banden, spieren en pezen. Als er een uitstulping bij een van de tussenwervelschijven ontstaat spreken we van een hernia nucleus pulposi (HNP), bekend als hernia. Meestal komt HNP voor in de rug (94%) maar soms ook in de nek- of borstwervelkolom.
De aandoening komt vooral voor bij jonge volwassenen tussen de 30-40 jaar, meer bij mannen dan bij vrouwen.
Rughernia
De HNP kan op een zenuw drukken en deze prikkelen of irriteren en de functie van de zenuw, het doorgeven van signalen, verminderen. Bij een HNP kunnen klachten ontstaan in de structuren (b.v. spieren of huid) waaraan de zenuw signalen doorgeeft en van waaruit de zenuw signalen naar de hersenen stuurt. Gevolg: pijn in de lage rug, in het bovenbeen en/of onderbeen en/of voet, een dof gevoel in het been en/of de voet. Ook kunt u het gevoel hebben dat het been slaapt en/of een vermindering van de spierkracht in het been. Dit noemen we prikkelingsverschijnselen. Hierbij hoeft u geen rugpijn te hebben.
Nekhernia
Bij een HNP in de nek kunnen deze kenmerken bij u aanwezig zijn in de nek, de arm en/of de hand. De klachten verergeren bij hoesten, niezen en persen, bij langer staan en lopen. De klachten zijn ook vaak houdings - en/of bewegingsafhankelijk.
Het ontstaan van HNP kan achteraf vaak moeilijk bepaald worden. Wel zijn factoren aan te geven die in negatieve zin bijdragen aan het ontstaan of in stand houden van een HNP. Chronische onderbelasting vormt de grootste bedreiging voor het functioneren en de kwaliteit van weefsels, en dus ook van de tussenwervelschijf. Dit is het gevolg van een levenswijze waarin er weinig bewogen en belast wordt. Denk aan zittend werk en het hebben van te weinig lichamelijke activiteiten naast de dagelijkse (beroeps)werkzaamheden. Maar ook overbelasting heeft een negatieve uitwerking op de tussenwervelschijf. Deze ontstaat vooral bij het langdurig en/of vaak buigen eventueel in combinatie met een draaiing van de nek of lage rug. Dan spreek je over een zware belasting op de tussenwervelschijf. Andere factoren die van invloed kunnen zijn: ongeval, een slechte (onevenwichtige) voeding, overgewicht, stress en actief of passief roken.
Behandeling
Meer dan 80% van de patiënten kan zonder operatie behandeld worden. Mogelijke behandelvormen zijn: fysiotherapie, korte bedrust (bij geringe klachten zeker niet nodig), injecties, toedienen van medicijnen (pijnstillers) en een operatieve behandeling (minder dan 20%). Een HNP heeft in de meerderheid van de gevallen een gunstig natuurlijk beloop. De prognose van een HNP is het gunstigst bij beenklachten; rugklachten kunnen blijven bestaan. Na vier jaar zijn de resultaten van operatieve en conservatieve behandeling van HNP vergelijkbaar (in 90% van de gevallen). Bij beide is uiteindelijk in 80-90 % van de gevallen het resultaat goed.
Fysiotherapie
Dit behoort tot de conservatieve behandeling en bestaat uit het reduceren van de uitstulping, mobiliseren van de lage rug of nek, spierversterkende en stabiliserende oefeningen, tilinstructies, adviezen t.a.v. bewegen en begeleiding bij het hervatten van werkzaamheden of sport. Ga na welke factoren bij u een negatieve invloed kunnen hebben op het in stand houden van de HNP en verander deze ook. Tijdelijk zult u de belasting aan moeten passen aan het niveau dat voor u gewenst is. Vermijdt een tijdje zwaar tillen of andere zware activiteiten. Geleidelijk bouwt u deze belasting weer op. Dit betekent: het uitbreiden van uw dagelijkse activiteiten, werkzaamheden en sport. Het is belangrijk dat u zelf actief deelneemt aan de behandeling en dat u zelf thuis oefent. Alleen op deze wijze kunt u sneller genezen. Ook als u weer klachtenvrij bent, is het goed als u lichamelijk actief blijft door bijvoorbeeld te gaan sporten. Zo verkleint u het risico van het terugkomen van de klacht en blijft u beter in conditie.